Waarom jij tegenwoordig mijn rugzak mag dragen (maar in het verleden niet)
“Ikke zelluf doen.”
Volgens mijn moeder riep ik dat als peuter al.
‘t Verbaast me niks. Van jongs af aan heb ik een enorme drang om alles alleen en zelfstandig te kunnen, en dat lukte ook prima: op mijn zestiende vertrok ik in mijn eentje naar Zwitserland om daar een jaar te werken.
Drie jaar later overleed mijn vader
In een paar weken had de darmkanker hem veranderd van een krachtige persoonlijkheid in een uitgemergelde, gebroken man.
Ik weet het nog goed: we bivakkeerden al een week op de intensive care. Op een woensdagavond om 18:00 uur vertelde de arts dat er geen houden meer aan was.
Drie uur later was het voorbij.
Wij bleven over. Mijn moeder -net 50 geworden- en haar vier kinderen.
Ik had altijd al de rol van regelaar
Nu nog voel ik hoe ik het ziekenhuis uitliep. Symbolisch stopte ik mijn moeder, broers en zus in mijn rugzak, hees ze op mijn schouder en dacht: “We moeten die berg op. Dóór. Stap voor stap.”
Zo probeerde ik de leegte, de pijn, onze wanhoop en de onmacht zo goed mogelijk te fixen.
Het werd mijn probleemstrategie
Alles wat ik zag en wat hulp nodig heeft, propte ik in mijn rugzak en hielp ik de berg op.
In de hulpverlening leerde ik overbelaste jongeren het leven te leven. En ook als leidinggevende voelde ik me diep verantwoordelijk. Voor die jongeren, maar vooral ook voor mijn teams. Ik wilde hun problemen dragen en oplossen. Ik regelde, fikste, zorgde en coördineerde, zodat zij hun werk konden doen.
“Heleen, je hoeft het niet allemaal alleen te doen”, zeiden mensen weleens
Dat zinnetje begreep ik niet. Ik was toch de sterke leidinggevende met de touwtjes in handen?
Dus toen ik een gezin kreeg, runde ik het zoals ik het gewend was: alleen. Mijn man was heel bereid om mij te helpen, maar ik zei bij alles: “Laat maar, ik doe het wel even.”
Soms leidde dat tot irritatie en gedoe. Het frustreerde hem dat ik zijn hulp niet aannam, en het stoorde mij dat hij zich met mij bemoeide.
Maar gelukkig kan een mens leren en ontwikkelen
Inmiddels ben ik de vijftig ruim voorbij. Steeds beter snap ik dat het helpt om het samen te doen. Om een uitgestoken hand te pakken, die berg op te lopen, en af en toe elkaars rugzak te dragen.
Dat maakt iedereen sterker. Een bos kan een windvlaag beter opvangen dan een solitaire boom.
Misschien ben jij ook zo’n zelluf-doen-type
Je gooit je teamshit in je rugzak, en het gedoe van de organisatie erbij. Hup, op je rug ermee - en die berg op. Koste wat kost.
Het siert je. Je bent een sterke leider die dóór wil. Maar je wordt nog sterker als optrekt met een collega, een buddy of een mentor. Niet omdat je het alleen niet kan, maar omdat je samen beter tegen een stootje kunt.
Precies de missie van Tandemkracht
Als je mijn hulp inschakelt, gaan we samen op pad. Soms stuurt de één, dan weer de ander – maar altijd in overleg. Omdat we allebei hard trappen, ga jij direct vooruit.
En wil je écht doorpakken en verantwoord die berg op? Bekijk dan mijn 6-daagse Leiderschapstraining.